Zijn molenhart pompte dankzij vier wieken *)
40 watermolens **) hebben de Beemster drooggemalen. De laatste vier werden medio 1888 gesloopt. Net als al die andere waren ze niet meer nodig dankzij de invoering van stoombemaling in de tachtiger jaren van de negentiende eeuw. De geschiedenis zag je daarom alleen als je op de dijk stond en de Schermer molens genoegzaam met hun trots draaiende wieken terugzwaaiden. Het oog verlustigde zich ook aan de goddelijke schoonheid van de Nekkermolen. De Beemster zelf was haar aangename oorsprong dus compleet kwijtgeraakt. Molen De Nachtegaal (uit 1614 en in 1669 herbouwd) was tenslotte maar een korenmolen (tot 1987).
De wedergeboorte van Jan Adriaenszn. Leeghwater deed het molenhart in de polder weer een stuk sneller pompen. Hij luisterde naar de naam Jan van Egmond en verhuisde (1902) met zijn ouders van Oterleek naar de Beemster. In 1923 kocht hij een woning met werkplaats aan de Middenweg in Noordbeemster. Daar lieten boeren hun messen slijpen, werden lekke fietsbanden geplakt, (brom)fietsen gerepareerd en werkte hij in zijn kleine smidse. Dat allemaal na jaren brievenbesteller te zijn geweest. En... hij bouwde watermolens. Zonder tekening, maar wel op schaal! Meer dan 50 molens totaal, soms met een houten binnenwerk. Zijn pronkstukken brachten onlosmakelijk het ontstaan van de droogmakerij weer binnen de Beemster dijk. Dat werd gewaardeerd. Ter gelegenheid van het 325-jarig bestaan van de Beemster (1937) werd op een erepoort ***) het verschil in bemaling getoond. Met een miniatuur stoomgemaal én... een door Buurman ****) Van Egmond gemaakte miniatuurmolen!
Met regelmaat schoof ik aan tafel in zijn knusse huiskamer. Als Buurman na de warme maaltijd en het middagdutje zijn gestopte pijp met een lucifertje aangestoken had dan straalde de verliefdheid voor molens van zijn gezicht. Nadat de thee ingeschonken was, kwamen de verhalen los. In de rij kastjes onder het brede voorraam lag zijn tweede geheugen opgeslagen. Dat deelde Buurman met De Waterlander-krant. Een schoolschriftje was de inhoudsopgave. In tientallen oude behangboeken konden de artikelen over boerderijen, molens en over gebeurtenissen van weleer worden teruggevonden. De krant drukte en Buurman plakte de historie bij elkaar. Na een tot morgen ging je dan met een warm gevoel huiswaarts. Je was weer helemaal bij.
En zijn eigen molens? Bijna allemaal verkocht, behalve de watermolen in het voortuintje, een aantal op het dak van de smidse en een ruim 6 m. hoge bij zijn boomgaard achter. Ach, aan windkracht had deze prachtige miniatuur niet zo’n behoefte. Ze werkten wel allemaal zoals het hoorde, maar het ging vooral om het aanzicht. Dáár genoot je van!
Jan van Egmond deed wat zijn molenhart hem ingaf. Hij was onverwoestbaar enthousiast en wist werkelijk alles van molens. Hij had de Beemster historie opnieuw tot leven gebracht. Probeerde hij zo het aanzien van de Schermer aan te tasten? In tegendeel! Hij bleef altijd een eregast van de Schermer molens. Want die echte molenhistorie aan de andere kant van de Beemster dijk omarmde zijn inspanningen ten volle. Helaas, onontkoombaar, ook voor Buurman gingen de wieken in rouwstand: Jan van Egmond 1893 - 1992.
Tekst en foto (1987): © Pieter de Hart.
*) gepubliceerde titel in het NHD-boekje NH schrijft geschiedenis - 50 korte verhalen over bijzondere gebeurtenissen: Een man met een molenhart
**) bron: De Beemster - Geschiedenis van de bemaling, pagina 9 - 1981-uitgave
***) bron: http://www.poldersporen.nl/molens/afbraak.html
****) ik heb zo'n 14 jaar naast Jan van Egmond gewoond (en kende hem al sinds 1956), vandaar Buurman
Van Egmond heeft in Middenbeemster bij mijn grootvader Pereboom in de smederij gewerkt. Mijn grootvader verkocht en repareerde daar ook fietsen. Later is Van Egmond postbode geworden, na zijn pensionering bij het postbedrijf is hij fietsen gaan repareren in zijn werkplaatsje aan de Middenweg 38. Ook maakte en repareerde hij zinken dakgoten en als hobby de molens en een modelstoomtramloc met werkende stoomketel en stoommachine.
In de vijftiger jaren was Middenweg 38/39 een dubbel woonhuis. Dat is het nu nog steeds, alleen is het helemaal opnieuw gebouwd. In de voortuin stond altijd een modelmolen.
Arian de Goede, feb. 2011.
In het Waterlands Archief (fotonummer KA00416) bevindt zich een kaart van de Schermer en omgeving, waarop Van Egmond de molens met jaartallen heeft aangegeven. Deze dateert van januari 1980. Er bestaat nog zo'n kaart maar van mei 1979, die slechts op enkele details hiervan verschilt. Deze kreeg Arian de Goede toendertijd rechtstreeks van de tekentafel van Van Egmond omdat hij hem zo mooi vond, tegenwoordig hangt hij bij mij aan de muur. De Hollandse Molen te Amsterdam bezit nog weer een andere versie van dezelfde kaart.
MHO.
Enkele foto's uit het familiealbum van Van Egmond's dochter Joop: de beide bovenste zijn ongedateerd, linksonder 1959, rechtsonder 1961.
1937
1964
Foto: 1952. De molen "De Smid" werd in 1952 gebouwd en dreef een slijpsteen aan, en tevens een in een maalcircuit werkende vijzel.
In 1993 werd deze molen verplaatst en in Westzaan herbouwd als De Zwaluw, zie Molendatabase.net, dbnr. 1729.
Deze molen plaatste Jan van Egmond bij korenmolen De Nachtegaal van Rinus Knijn aan de Hobrederweg. Het ging ook wel eens mis, later diende de molen als onderkomen voor krielkippen.
Foto: Fred Oudejans, 5 november 1977.
|