![]() |
Het ontwerp van de Beemster -- Inrichting |
Verkaveling
Uiteindelijk kon de Beemster als volgt worden verkaveld:
![]() (noorden ligt rechts, origineel in Waterlands Archief)
Bij de kavelverloting op 30 juli 1612 werden telkens 5 Grafelijkskavels (dijkkavel 20 morgen, binnenkavel 20 morgen, kleine kavel 8 morgen, Purmerender kavel 2 morgen en per 2 dijkkavels een restantkavel van 5 morgen) aan elkaar gekoppeld om verschillen in de grondkwaliteit te compenseren. In de Arenberger polder en de Havermeer werd bij elke kavel van 20 morgen een restantkavel van 5 morgen gevoegd.
Binnenpolders
Omdat de bodem van de Beemster niet helemaal vlak bleek te zijn, werd hij met behulp van kades of polderdammen in verscheidene binnenpolders verdeeld. Door deze indeling ontstond de noodzaak om op de polderdammen hekken, en ten behoeve van het vaarverkeer overhalen te maken. De binnenpolders, die elk met hun eigen molens op het vastgestelde peil moesten worden bemalen, waren:
![]() (originele kaart in Waterlands Archief , noorden rechts) De Kilpolder (geel) werd geheel omsloten door polderwater van de Middenpolder (rood). De westelijke wegsloot van de Middenweg tussen Middenbeemster en de Hoornse Keet (bij de Hobrederweg), eigenlijk behorend bij de Lage Kilpolder, was daarvan echter afgescheiden door een polderkade. Deze kade maakte deel uit van de aanliggende percelen, er waren hekjes bij de perceelgrenzen zodat voetgangers er gebruik van konden maken wanneer de onverharde Middenweg 's winters onbegaanbaar was geworden. Deze situatie is geheel veranderd door de aanleg van het fietspad.
|
Impressum | ||
|